En dan zo ineens was het zomer. Kniekousen en korte broek.
Niemand kreeg zwemles, maar we zwommen als waterratten.
In zee. De kleintjes bij het Sciepedykje: mem of oâte
in het gras, breiwerk mee.
En later bij de zwemplank of in de haven...gevaarlijk.
En dan, aaisykje mei heit, maar toen was het nog voorjaar.
Kievit. Grutto, de wulp, weidevogels,
in De Aap, Het Hop, De Warren...
'n Broedsje. Eieren in de pet. Een eendennest, verscholen, beschut.
Heit verkocht de kievitseieren aan de vrachtrijder voor de restaurants.
Ik kreeg altijd een of twee centen mee, want ik had ook mijn best gedaan.
Bij vrouw Douma kon je voor een cent de hele wereld kopen, en nog meer.
Fries
Sciepedykje schapedijkje
aaisykje eieren zoeken
broedsje vier eieren in een nest.
Hoe heerlijk overzichtelijk was de wereld toen, alles was duidelijk het voorjaar was voorjaar en de zomer was zomer. Kom daar nu eens om.
BeantwoordenVerwijderen