Zijzelf was de dochter van een huisarts uit Santpoort. Ze ontmoette haar man op een feestje bij gezamenlijke kennissen. Vanaf die tijd, nu al weer ruim vijftig jaar geleden, verliep het leven van mevrouw Van Straaten zoals zoveel levens van gegoede burgers: verloven en trouwen, dure cadeaus, vrienden, twee kinderen Rob en Liesbeth, vakanties in Frankrijk en Italië. Ze hadden jarenlang in de Valeriusstraat gewoond, maar die straat ging achteruit omdat veel bewoners kamers aan studenten gingen verhuren. Toen naar Velazquezstraat, een rustige straat achter de Stadionkade in de buurt van de drukke, maar ook gezellige Beethoven-straat. En nu al weer anderhalf jaar in Huize Henriëtte.
Ze was over de Stadionkade naar het Beatrixpark gelopen. Het was zo'n heerlijke voorjaarsdag, alles wat bloeien kon bloeide , en alles zo fris groen, echt de meimaand.
Wandelend overdacht mevrouw Van Straaten haar leven. Hoe goed het was geweest en hoe vlug de jaren waren voorbijgegaan. Natuurlijk, ze hadden de hongerwinter meegemaakt, maar via via was er altijd wel eten geweest. Echt angstig was het geweest toen haar man in het laatst van de oorlog nog moest onderduiken. Rob en Liesbeth waren na de oorlog geboren, en nu waren er al weer vijf kleinkinderen, schatten, maar Liesbeth woonde in Barcelona en Rob reisde voor Shell de halve wereld af en woonde met zijn gezin in Nigeria, Maar ze schreven en belden natuurlijk. Mevrouw Van Straaten schreef elke dag een stukje aan wat ze noemde de twee weekbrieven. Soms wat eenzaam, maar daar moest je niet aan toe geven. Mevrouw van Straten vond dat je bezigheden moest hebben en niet bij de pakken neerzitten. Vaak ging ze nog naar musea wn soms naar een concert, meestal met een taxi samen met mevrouw Groothof.
Op haar vaste bankje rustte ze even uit, ze genoot van het park. Ze genoot van het groen, de geuren en de kleuren van het park, ook al was het stadsperkje omgeven door huizen. Maar wel mooie huizen.
Wordt vervolgd...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten