van Ida en Marie en Sibbeltsje is het lente,
want de zon schittert in de stopflessen met
frambozenzuurtjes en toverballen,
in de glazen stolp met paaseieren.
De open deuren vermengen de geuren van
foelie, kaneel en nagelen
en die met de ligusterheg en lindebloesem.
En dan had je de melkman met de gouden kannen,
en Jaap die uit bussen met zilveren deksels
torentjes ijs verkocht voor één cent.
En wij, kinderen, tiepelje en topje en kûlsjestrike.
Wie wol op een boster pikke?
Maar de zomer komt er aan
Fries:
tiepelje spel met twee stokjes.
kûlsjestrike spel met knikkers en een kuiltje van aarde.
bosterpikke met een knikker op een stuiter te mikken
om de stuiter te winnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten