Te
laat.
Haar gezondheid was door de rust in Huize Henriëtte het
laatste jaar beter geworden. De reumatische pijnen waren nog niet over, maar
waren door de goede medicijnen dragelijker geworden. Eigenlijk was alles goed
vond mevrouw Van Straaten. Mevrouw Groothof vond dit wandelen voor een oude dame gevaarlijk. 'Ach, ik heb
nooit geld bij me, dus valt er niets te roven voor de jongelui,' stelde ze haar
vriendin gerust. Ze keek op haar horloge. Over zessen. Ze zou nog te laat komen
voor het avondeten, want zo snel liep ze niet meer. Het was haar een keer
eerder overkomen dat ze te laat was voor het diner, en dat was vervelend
geweest. Terwijl ze het park uitliep dacht ze aan haar kleinkinderen, en aan Rob,
die zo'n mooie carrière bij Shell had gemaakt. Ze dacht aan Liesbeth, haar
zorgenkind. Ze had haar twijfels over het huwelijk van Liesbeth en Hugo. Was
het wel verstandig van Liesbeth
geweest om met een Spanjaard te trouwen? Hugo was zo anders, zo Spaans.
Ze moest doorlopen anders zou toch nog te laat komen voor
het avondeten. In gedachten verdiept stak ze de Stadionkade over. De auto remde
gierend, maar te laat.
Mevrouw Van Straaten zou nooit meer te laat komen voor het
diner in Huize Henriëtte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten