De kaarsen in het café Chez Maurice waren bijna opgebrand.
Staren in de vlam die feitelijk geen vuur was: je kon er je
vinger doorhalen en als je het vlug deed voelde je geen pijn. De kaars op het tafeltje waaraan Mark
zat stond in een lege whiskyfles. Het kaarsvet liep er langs en had vlekken
gemaakt op het geblokte tafelkleed.
Nog een kwartier en dan zou Maurice de stoelen op de tafels
zetten. Hij zou beurtelings kijken naar de laatste bezoekers en naar de klok
boven het buffet. De laatste gasten zouden opstaan en na een nauwelijks
hoorbare groet aarzelend de nacht inlopen. Zo ongeveer was de gang van zaken
vrijwel elke nacht. Goddank. Bij het vaste ritueel van Maurice voelde hij zich
thuis.
"Maurice, geef me er nog maar een."
Hoeveel borrels had hij gedronken?
"Merci"
Mark Slotenmaker. Leraar aan de 3e Amsterdamse school voor Mavo en Havo.
Vanmiddag, woensdagmiddag liep hij verveeld op de
boekenmarkt in de Oudemanhuispoort.
Het werkje ban Byron wilde hij niet kopen; vluchtig een of
twee gedichten lezen.
"Een vijftig meneer, da's geen geld."
Schouders ophalen, doorlezen en tenslotte toch naar je portemonnee grijpen.
Karel Wessels, graaiend in een doos met stripverhalen.
De leraar in Mark werd geprikkeld. Een Mavoleerling hebberig
zoekend in een stapel Kuifjes.
"Hallo Karel, zoek je geestelijk voedsel?"
"Dag meneer Slotenmaker, nou ja ik ben gek op Kuifjes,
ik heb er wel twintig thuis."
Mark betaalde zijn Byron en keek quasi geïnteresseerd wat
boeken in.
"Ons wacht de hemel" Wat lazen de mensen allemaal wel niet.
Hij stond nu naast Karel met z'n stapeltje Kuifjes.
"De schoolbieb is goedkoper, joh." Weer die verdomde frik.
"Als ik ze uit heb koopt hij ze terug voor de helft van
de prijs" lachte Karel.
Wordt vervolgt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten