maandag 21 mei 2012

MENEER HENSEN 3


Een maand later stierf mevrouw Hensen. Enige weken later kwam Paul thuis.
'Is mamma dood?' vroeg hij.
'Ja jongen, ze is verleden woensdag begraven. Waarom heb je steeds niets van je laten horen?' 'Had toch eens gebeld, de ANWB heeft nog een oproep gedaan,'
'Ik kan er niet tegen,' zei Paul, die al op de trap onderweg was naar zijn kamer.
Ze waren al negen jaar getrouwd, toen Paul werd geboren. Ze woonden nog in Haarlem waar meneer Hensen een van zijn vader overgenomen kruidenierswinkel had. Toen, door de grote supermarkten de loop uit deze oude winkel was, waren ze na veel geschrijf op advertenties in de Amsterdamse Herenstraat terecht gekomen,
Toen, na veel bidden van mevrouw Hensen, die van huis uit Luthers was, werd  toch nog Paul geboren. Het ventje, aanvankelijk blond was de zin van hun leven geworden. Het werd vooral door de vader verwend. Als mevrouw Hensen het op stille middagen in de winkel alleen afkon, ontdekten vader en de kleine Paul Amsterdam, maakten boottochtjes op het IJ, altijd een succesnummer voor Paultje, die nog een kleuter was. Als ze door de Bijenkorf liepen: altijd een cadeautje voor Paul, auto's, vliegtuigen en ander speelgoed, en natuurlijk een drankje, limonade, op een terras.

Toen Paul de volgende morgen naar beneden kwam zag hij het winkelmeisje Elly voor het eerst.
'Jezus pa, wat heb je nu ineens lekker snoepgoed in je winkeltje,  je gaat er toch zelf niet van snoepen wel? '
Meneer Hensen, ontstelt door zoveel grofheid van z'n zoon zei maar niks. 
    
Wordt vervolgd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten