zaterdag 19 mei 2012

MENEER HENSEN 1


Je kon er de klok op gelijk zetteen, om acht uur 's morgens zette meneer Hensen de bakken met sinaasappelen en de zakken met noten buiten. De moeders maanden dan hun kinderen: 'opschieten, jullie moeten naar school, meneer Hensen zet de bakken al buiten.' De straat, de Amsterdamse Herenstraat  was eigenlijk dat planetaire strookje dat geheel voldeed aan de innerlijke samenhang van de dingen. Wat zou er gebeuren als meneer Hensen, gewoon op een dinsdag bijvoorbeeld, eens niet de bakken buiten zette? Als de luiken van de winkel om half negen nog gesloten zouden zijn?  Zou de klok van de Westertoren dan nog wel de juist tijd aangeven?  De klok van de Westertoren is niet zo maar een klok, maar veel meer: De Tijd. De klokken in de huiskamer of in de winkel boven het tussenraam geven nooit de juiste tijd aan: ze lopen soms voor of achter of staan stil. Vaak liep meneer Hensen naar buiten om te zien hoe laat het was . Alle klokken in huis werden dan gelijk gezet. Als er niet iets ergs gebeurde gaf de Westertorenklok de tijd aan. Mensen die de waarheid zoeken moeten weten hoe laat het is. Misschien is de tijd van het  Westertorenuurwerk  niet de grootste waarheid, zij heeft die toch in zich.
Meneer Hensen zette de laatste bak met noten op de stoep, schikte de sinaasappelen, de citroenen en grapefruits zodat ze er voor de voorbijgangers aantrekkelijk uitzagen. Hij zette ook het halve vat met flessen landwijn buiten en maakte met de schoenmaker aan de overkant een praatje over het weer.
Meestal was mevrouw van Straten de eerste klant. Ze kocht kaas en knäckebröd. Meneer Hensen mocht mevrouw van Straten niet zo, omdat ze altijd zei: 'Even naar de kruidenier'.
Dat was ook niet billijk, want de winkel van meneer Hensen was een zaak met Comestibles en Delicatessen. Dat stond op de winkelpui, en dat was toch wat anders dan een kruidenierswinkel, vond meneer Hensen, maar hij liet het maar zo.

Wordt vervolgt. F.V.

1 opmerking: