donderdag 31 mei 2012

EEN VERTALING



ZIE HET GEDICHT VAN GISTEREN,

                        Dichter
De herfst had zijn paletten weggedaan,
de iepen aan de grachten stonden bloot.
Tussen de regels het  grijs van de dood.
Zijn poëzie werd leeg, ging over niets.

Hij las zijn gedichten nog eenmaal voor
aan een oude man die klankbord wilde zijn,
maar die al sliep bij het tweede kwatrijn.
Een dichter en een grijsaard op dood spoor.

's Avonds had hij zijn mama nog gebeld,
Gezegd dat het goed met hem was,
en dat hij niet meer spoot en Rilke las.

Over de zwarte vogels niets verteld,
die kwamen nog dezelfde nacht.
Aan zijn poëzie kwam voorgoed een eind.

1 opmerking: