Ik meen in 2010 verscheen het vuistdikke boek "Een
seculiere tijd" van de Canadese
filosoof Charles Taylor, in vertaling. Seculier = wereldlijk, niet geestelijk.
Het boek gaat dan ook, ruim elfhonderd bladzijden lang, over geloof en ongeloof,
en over de teruggang van het geloof in God, in het westen. We leven in een
seculiere tijd, daar is iedereen in het westen het wel over eens, zo begint
Charles Taylor zijn boek. Hij vraagt zich af hoe het komt dat het in
bijvoorbeeld het jaar 1500 vrijwel onmogelijk was niet in God te geloven,
terwijl velen van ons dat niet alleen eenvoudig vinden , maar zelfs
onvermijdelijk. Een niet erg bevredigend antwoord is: Omdat in de het jaar 1500, de zestiende eeuw,
iedereen geloofde en er waren nog geen straffeloze alternatieven beschikbaar,
Zijn er dan nu alternatieven beschikbaar? Ja, in ieder geval
straffeloze. De westerse mens is in elk geval beter geïnformeerd over
alternatieve godsdiensten zoals Boeddhisme, Taoïsme, Confucianisme, om maar
enkelen te noemen. Dan speelt de humanisering van de godsdienst een rol; velen
vinden het geloof en zeker de kerkgang
minder belangrijk als wel de praktische
liefde tot de medemens.
Wat maakt het geloven in onze tijd zo moeilijk ? Volgens
Taylor:
- Er is geen zichtbaar geloofsleven in onze cultuur.
- De voortschrijdende wetenschap zet de mensen aan het
denken.
-Er is te veel onrecht in de wereld.
Afgelopen zondagmorgen sprak in het boekenprogramma van de
VPRO Wim Brands met de historicus en
journalist Jos Palm over zijn boek "Moederkerk" waarin Palm in een
persoonlijk geschiedenisverhaal wat hij noemt 'de ondergang van het Nederlandse katholicisme'
schetst.
De gebeurtenissen in jeugdhuizen spelen hierin volgens hem een
belangrijke rol.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten