Ik was 12 en zat in de zesde klas van de
lagereschool, de Koningin Wilhelminaschool in Lemmer. Het was hartje oorlog.
Het was een zonnige dag in januari, de Friezen hoorden in het westen van de
provincie een merkwaardig hoog gezoem in de lucht, volkomen verschillend van
het sonore geronk van de Engelse bommenwerpers. Het waren B-24 Liberators van de in Engeland
gestationeerde Achtste Amerikaanse Luchtmacht, die hun eerste daglichtaanval op Duitsland gingen
doen. Boven de Zuid Westhoek kwam het meteen tot luchtgevechten, waarbij tot
groot genoegen van de toeschouwers een Duitse jager door de Yanks werd neergehaald. Overigens was de Liberator-raid
geen succes. De machines hadden Willemshaven moeten aanvallen, maar verdwaalden
door waarschijnlijk navigatiefouten. Boven zuidwest-Friesland konden
ze zich weer oriënteren, waarop de formatieleider besloot Lemmer te bombarderen, waarschijnlijk omdat
hier, op de zeedijk, veel afweergeschut en zoeklichten stonden opgesteld. Meer
dan 100 bommen werden losgelaten, die wonder boven wonder in de weilanden rond
Lemmer vielen, slechts een enkele bom viel in het dorp, waarvan één honderd
meter van mijn school af, waarin wij als kinderen in doodsangst onder de banken
lagen. Het helse lawaai van dit bombardement
vergeet ik mijn hele leven niet. Er viel één slachtoffer, een boer die in de
weilanden werkte. De formatie vloog over het westen van de provincie via de
Waddenzee en Terschelling terug zonder Willemshaven te hebben gezien.
Twee B24s gingen verloren, terwijl twee Duitse
jagers werden neergeschoten.
In de Katholieke kerk van Lemmer werd een
monument geplaatst ter herinnering aan het wonderbaarlijke geluk dat het dorp Lemmer
bij dit bombardement behouden bleef.
.Gegevens
gedeeltelijk overgenomen uit het boek "Friesland 1940 - 1945" En
uitgave van Friese Boekerij b.v Drachten. 1989.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten