Een winters avontuur
van de drie jonge hoofdrolspelers, studenten, wil ik U niet onthouden.
'Ze kwamen uit een kroeg in de Jordaan. Ze draaiden zich nog eens nadrukkelijk om, om te kijken of ze niets vergeten hadden. Hans trok de cafédeur flink achter zich dicht, met zijn hand tegen de muur, toen struikelde hij vrolijk achter de beide anderen aan. Er lag een dik pak sneeuw. Het was doodstil op straat. De lantaarns wierpen een kring van zacht licht om zich heen.Hé daar!'schreeuwde Hans.Klaas liep voor de 3 anderen uit zacht in zichzelf te zingen, met dansende passen.Paul draaide zich naar Hans om. 'Weet je wat hij zingt?' Hij bukte zich van het lachen en wees over zijn schouders naar Klaas.'Jezus, ik heb nog nooit iemand zo vrolijk gezien.''Om je rot te lachen,'riep Hans opgewonden.Hun stemmen schalde tegen de huizen op.Klaas draaide zich om en keek naar hen. Ze kwamen vrolijk dichterbij. Hij grijnsde. 'Opzij!' riep hij plotseling. Hij kwam in een sukkeldrafje op ze af, spreidde zijn handen uit en duikelde op zijn kop door de sneeuw.'Jezus!'schreeuwde Hans. 'Die vent is hartstikke lazarus!'Paul stond stikkend van het lachen bij een lantaarnpaal. Klaas kwam grijnzend van het lachen overeind, wit van de sneeuw. 'Jezus wat heerlijk om dronken te zijn!' riep hij. 'Hoi!'' en duikelde opnieuw over zijn kop.'
P,S. Morgen een stukje
gesprek van de jongens in bovengenoemde kroeg.
Maar dan moet je ze de volgende dag eens zien...
BeantwoordenVerwijderen