woensdag 29 februari 2012

EMOTIE


Dat gaat nooit over, die emotie op 24 februari,  de datum van het overlijden van onze lieve kleinzoon Sjoerd, 14 jaar oud. Natuurlijk gingen we even naar zijn grafmonumentje, samen met z'n ouders en z,n broertje en zusjes, met tekeningen, vlinders en bloemetjes.
Ik schrijf nog maar even het gedichtje dat ik tijdens zijn ziekte, leukemie, schreef.

                Spel
Speel met je bal kleine boy,
speel met hart en ziel,
speel met lego en dinky-toy
in een blauw geruite kiel.

Speel in de zon kleine boy,
speel de rode brandweerman,
speel het spel van de wolken, zo mooi,
speel hoog spel kleine man.

Speel niet zo als wij, van laag allooi,
met vuur en met neutronen.
Ik huil om jou kleine boy,
omdat je niet bij ons
kan  blijven wonen.

dinsdag 28 februari 2012

EEN SECULIERE TIJD


Ik meen in 2010 verscheen het vuistdikke boek "Een seculiere tijd"  van de Canadese filosoof Charles Taylor, in vertaling. Seculier = wereldlijk, niet geestelijk. Het boek gaat dan ook, ruim elfhonderd bladzijden lang, over geloof en ongeloof, en over de teruggang van het geloof in God, in het westen. We leven in een seculiere tijd, daar is iedereen in het westen het wel over eens, zo begint Charles Taylor zijn boek. Hij vraagt zich af hoe het komt dat het in bijvoorbeeld het jaar 1500 vrijwel onmogelijk was niet in God te geloven, terwijl velen van ons dat niet alleen eenvoudig vinden , maar zelfs onvermijdelijk. Een niet erg bevredigend antwoord is:  Omdat in de het jaar 1500, de zestiende eeuw, iedereen geloofde en er waren nog geen straffeloze alternatieven beschikbaar,
Zijn er dan nu alternatieven beschikbaar? Ja, in ieder geval straffeloze. De westerse mens is in elk geval beter geïnformeerd over alternatieve godsdiensten zoals Boeddhisme, Taoïsme, Confucianisme, om maar enkelen te noemen. Dan speelt de humanisering van de godsdienst een rol; velen vinden het geloof en zeker  de kerkgang minder belangrijk  als wel de praktische liefde tot de medemens.
Wat maakt het geloven in onze tijd zo moeilijk ? Volgens Taylor:
- Er is geen zichtbaar geloofsleven in onze cultuur.
- De voortschrijdende wetenschap zet de mensen aan het denken.
-Er is te veel onrecht in de wereld.
Afgelopen zondagmorgen sprak in het boekenprogramma van de VPRO Wim Brands met de historicus  en journalist Jos Palm over zijn boek "Moederkerk" waarin Palm in een persoonlijk geschiedenisverhaal wat hij noemt  'de ondergang van het Nederlandse katholicisme' schetst.
De gebeurtenissen in jeugdhuizen spelen hierin volgens hem een belangrijke rol.

woensdag 22 februari 2012

MIJN ZOON SCHRIJFT

Weinig mensen maken in politiek Den Haag een meer integere indruk dan de nu oud voorman van de PvdA, Job Cohen. Vriendelijk, aardig, zachtaardig zelfs en een bestuurder in hart en nieren.

De grootste fout van Wouter Bos is geweest om juist hem als zijn opvolger aan te wijzen. Het had kunnen werken als op voorhand duidelijk was geweest dat de PvdA de grootste partij zou worden bij de verkiezingen. Dan was Job Cohen premier geworden en hadden we een jaar of acht een ware vader des vaderlands aan het roer van het schip van staat gehad.


Helaas blunderde hij reeds in de verkiezingscampagne en wist hij niet hoe hij het voortouw in de formatie moest nemen. Politieke dieren als Wilders en Verhagen beschikten over oneindig meer vernuft en talent in het dagelijkse Haagse handwerk dan bestuurder Cohen. En zo kreeg hij een rol opgedrongen die absoluut niet bij hem paste. Die van oppositieleider. En de uitkomst stond voor mij reeds vast voordat het begonnen was. " Dat gaat hij niet redden"...


Vorige week een ongelukkig weergegeven interview in Trouw, een paar fractieleden die al dan niet bewust olie op het vuur gooien en vandaag, maandag 20 februari 2012 is dan de apotheose. Job gaat weg.


Beschadigend voor iedereen. Dit had voorkomen kunnen worden. En nu? Van wat ik hoor over de plannen om tot een nieuwe lijsttrekker te komen wordt ik niet vrolijk. Voor mij is er maar een geschikte kandidaat. En dat is Diederik Samson.

maandag 20 februari 2012

1942 EEN HERINNERING


Ik was 12 en zat in de zesde klas van de lagereschool, de Koningin Wilhelminaschool in Lemmer. Het was hartje oorlog. Het was een zonnige dag in januari, de Friezen hoorden in het westen van de provincie een merkwaardig hoog gezoem in de lucht, volkomen verschillend van het sonore geronk van de Engelse bommenwerpers.  Het waren B-24 Liberators van de in Engeland gestationeerde Achtste Amerikaanse Luchtmacht, die  hun eerste daglichtaanval op Duitsland gingen doen. Boven de Zuid Westhoek kwam het meteen tot luchtgevechten, waarbij tot groot genoegen van de toeschouwers een Duitse jager door de Yanks werd  neergehaald. Overigens was de Liberator-raid geen succes. De machines hadden Willemshaven moeten aanvallen, maar verdwaalden door waarschijnlijk navigatiefouten. Boven zuidwest-Friesland konden ze zich weer oriënteren, waarop de formatieleider besloot Lemmer te bombarderen, waarschijnlijk omdat hier, op de zeedijk, veel afweergeschut en zoeklichten stonden opgesteld. Meer dan 100 bommen werden losgelaten, die wonder boven wonder in de weilanden rond Lemmer vielen, slechts een enkele bom viel in het dorp, waarvan één honderd meter van mijn school af, waarin wij als kinderen in doodsangst onder de banken lagen. Het helse  lawaai van dit bombardement vergeet ik mijn hele leven niet. Er viel één slachtoffer, een boer die in de weilanden werkte. De formatie vloog over het westen van de provincie via de Waddenzee en Terschelling terug zonder Willemshaven te hebben gezien.
Twee B24s gingen verloren, terwijl twee Duitse jagers werden neergeschoten.
In de Katholieke kerk van Lemmer werd een monument geplaatst ter herinnering aan het wonderbaarlijke geluk dat het dorp Lemmer bij dit  bombardement behouden bleef.


.Gegevens gedeeltelijk overgenomen uit het boek "Friesland 1940 - 1945" En uitgave van Friese Boekerij b.v Drachten. 1989. 

vrijdag 17 februari 2012

EEN DROOM


Ik zag haar op de Prinsegracht
in nauw gesneden spijkerkleren.
Ik wist dat ik van haar moest leren
hoe ik mijn leven had gedacht.

Ik raakt aarzelend aan de zinnen
en vroeg haar toen 'waar gaan we heen?'
Zij leidde mij, trap van steen,
een verborgen kelder binnen.

Het was er zwoel en van de wanden
kaatste verscholen licht terug.
Ik was Adonis, en nam vlug
allebei haar handen.

En zei: 'Laat ons hier altijd blijven,
nooit naar hoger ruimten streven.
Ik zal over ons kelderleven
een mooi gedicht gaan schrijven.

Ik voelde wilde onderstromen.
Zij noemde mij toen decadent
en zei: "als je aan de catacomben went
kun je straks niet meer ontkomen."

Zij wees mij op een trap naar boven
en is mij daarheen voorgegaan:
noemde toen mijn eigen naam.
Gordijnen werden weggeschoven.

Door een heldere rode gloed
stonden wij in t 'volle licht.
Schreven saam toen dit gedicht.
Het was voor altijd goed.

woensdag 15 februari 2012

MIJN SCHAAKCLUB


Sinds jaar en dag ben ik een liefhebber van het schaakspel.
Voor mijn kantoor was ik samen met een of twee collega's veel op reis, we overnachten dan ook veelal in hotels. Enkelen van mijn collega's konden schaken en hebben mij schaken geleerd. Wij vermaakten ons er 's avonds mee. Ik heb het nu over de 50er jaren. Vanaf die tijd ben ik eigenlijk altijd blijven schaken. Ik werd lid van een Twentse schaakclub, ik zat in een team en daardoor schaakte ik veel wedstrijdpartijen in de regio. Ik meen gedurende zes jaar ben ik secretaris van de Overijsselse schaakbond geweest, waarvan ik nu nog erelid ben.
Omdat wedstrijdschaken vaak nachtwerk wordt heb ik twee jaar geleden mijn lidmaatschap van de schaakclub opgezegd en speel ik nu nog één middag in de week op een seniorenclub
in Enschede.  Zo nu en dan neem ik deel aan een seniorentoernooi.
Ik moet eerlijk bekennen, ik ben nooit een groot schaker geweest, ik sukkelde veelal met m'n concentratie, vergat te schrijven of te klokken en mijn partij ging na anderhalf of twee uur de mist in. Ze zeggen wel als je als kind geen schaken leert wordt het nooit wat. Maar desalniettemin heb ik altijd wel met plezier geschaakt, en won ik zo nu en dan wel eens een partij, zo ook vanmiddag op mijn woensdagmiddagclubje. Ik had niet een zware tegenstander, maar ik had zwart, en dat is  niet mijn kleur. Maar afin, ik schaakte in alle rust, zorgde voor een goeie ontwikkeling, en zorgde dat de stukken niet uit elkaar dreven, schaken is tenslotte een spel van harmonie en waarden, en zo won ik de partij.
Mijn vrouw en ik hebben vijf kleinkinderen, maar helaas is niemand geïnteresseerd in dit mooie spel, jammer! Ze vinden het wel leuk dat opa een paar schaaktrofeeën op de kast heeft staan.

maandag 13 februari 2012

BIJ NADER INZIEN - 2


 (...)
De jongens liepen naar binnen.
In het café was nog een tafel vrij. Aan de andere  tafels werd gekaart en gerookt.
Aan de bar zaten een paar mannen luidruchtig met elkaar te praten.
'Uitkijke, ome' zei een man toen klaas tegen zijn stoel op liep.
Verder werd er geen aandacht aan hen besteed.
'Hoe vind je het hier? vroeg Paul, toen ze zaten.
Hans keek benauwd om zich heen. 'Lollig,'zei hij.
Klaas zat vergenoegd te kijken. Wat nemen jullie?' vroeg hij.
'Ik een borrel,' zei Paul. Hij had zijn ellebogen op tafel gezet,
 zijn handen in een bruggetje, en keek achterom naar de waard.
'Ik denk dat ik een likeurtje neem,' zei Klaas.
Paul draaide onmiddellijk zijn hoofd terug. 'Dat meen je toch niet? Als je er nou meteen uitgemieterd wil worden moet je zo doen. Je kunt je toch niet van die mensen distantiëren? Dat accepteren ze nooit.'
'Denk je?'vroeg Klaas weifelend.
'Natuurlijk!' zei Paul beslist. Hij keek op omdat de waard naast hun tafel was komen staan, pakte een bierviltje tussen de toppen van zin vingers en tilde het even in de hoogte.
'Ja,' zei hij met en verlegen glimlach, 'drie ouwe klare en drie pils, graag.'
'Drie pils en drie oude jenever,. herhaalde de man toen hij wegliep.
'Waarom bestelde je twee dingen wilde Klaas weten?'
'Dat is gebruikelijk hier,' antwoordde Paul kort. 'Denk er overigens om, je kunt er verdomd ziek van worden.''  Hans had de waard nagekeken en draaide zich naar Paul toe.'
'Hij herkende je geloof ik niet, hé? zei hij. Hij maakte zijn ogen groot.
Paul trol zijn wenkbrauwen op en keek hem van onderuit aan. ' Óf hij mij herkende, 'zei hij scherp, 'maar hij kent jullie niet en hij is verdomd argwanend.'

(...)

zaterdag 11 februari 2012

'BIJ NADER INZIEN



Na een uurtje lezen vandaag kwam ik aan op bladzijde 1207 van het bovenstaande boek van J.J.Voskuil, en had het dus voor de derde keer gelezen en er vele uren, dagen van genoten.
Een winters avontuur van de drie jonge hoofdrolspelers, studenten, wil ik U niet onthouden.

'Ze kwamen uit een kroeg in  de Jordaan. Ze draaiden zich nog eens nadrukkelijk om, om  te kijken of ze niets vergeten hadden. Hans trok de cafédeur flink achter zich dicht, met  zijn hand tegen de muur, toen struikelde hij vrolijk achter de beide anderen aan. Er lag een dik pak sneeuw. Het was doodstil op straat. De lantaarns wierpen een kring van zacht licht om zich heen.
Hé daar!'schreeuwde Hans.
Klaas liep voor de 3 anderen uit zacht in zichzelf te zingen, met dansende passen.
Paul draaide zich naar Hans om. 'Weet je wat hij zingt?' Hij bukte zich van het lachen en wees over zijn schouders naar Klaas.
'Jezus, ik heb nog nooit iemand zo vrolijk gezien.'
'Om je rot te lachen,'riep Hans opgewonden.
Hun stemmen schalde tegen de huizen op.
Klaas draaide zich om en keek naar hen. Ze kwamen vrolijk dichterbij. Hij grijnsde.  'Opzij!' riep hij plotseling. Hij kwam in een sukkeldrafje op ze af, spreidde zijn handen uit en duikelde op zijn kop door de sneeuw.
'Jezus!'schreeuwde Hans. 'Die vent is hartstikke lazarus!'
Paul stond stikkend van het lachen bij een lantaarnpaal. Klaas kwam grijnzend van het lachen overeind, wit van de sneeuw. 'Jezus wat heerlijk om dronken te zijn!' riep hij. 'Hoi!'' en duikelde opnieuw over zijn kop.'

P,S. Morgen een stukje gesprek van de jongens in bovengenoemde kroeg.

donderdag 9 februari 2012

OP U KOMT HET AAN


Op u komt het aan!
Ze staan gegrift in ons hoofd en hart
die woorden.

Als aangeslagen akkoorden
verwoorden ze
wat we voelen en zien in ons leven.

Ja,misschien
geven ze stuwkracht aan hem
die verwacht
eens in het reine te komen
met dat hoge,
vaak onbegrepene.

Maar voor elkeen bewust
die in rust kan luisteren
naar de stem van 't geweten
en daarmee te rade gaat.

Omdat hij staat op het kruispunt van wegen
waar de wegwijzer staat
bij de weg die hij gaat:
Op u komt het aan voortaan.

Uit Maconnieke gedichten van Ton Ter Horst.

dinsdag 7 februari 2012

MET Z'N ALLEN...


Inderdaad het afgelopen weekend hebben we met z'n allen in twee gehuurde Roompothuisjes vertoefd in het Duitse Bentheim
Nu ik de woorden 'met z'n allen' neerschrijf vind ik dat dat eigenlijk niet kan,  omdat... nou ja.  We huurden dus twee huisjes, één voor de groten, grootouders en ouders en voor de allerkleinsten, en een huisje voor de grotere kinderen cq kleinkinderen met hun vriendjes en vriendinnetjes. In totaal waren we met z'n veertienen, oud en jong. Prachtig toch. 's Avonds met z'n allen spelletjes doen, met z'n allen ontbijten, nou ja behalve de echte langslapers, zaterdag naar het Duitse Nordhorn shoppen en drankjes drinken, de dapperste ouders en de kinderen zwemmen of de sauna in, en zaterdagavond een groot buffet in het  Roompotrestaurant. Zondag lekker lang slapen, rommelen en lezen.
Al met al was het buiten natuurlijk koud, het stadje of dorpje stelt, zeker in de winter niet veel voor, het is een goed teken dat het weekend is omgevlogen,
Zo mogelijk kunnen we dit familieavontuur in de zomermaanden eens herhalen.

donderdag 2 februari 2012

GELUK


We liepen op het Rembrandtsplein,
de zon stond laag achter barokke gevels,
de lucht was purperrood gekleurd,
we stapten zwijgend voort. Je wangen
weerkaatsten argeloos de late gloed.
We liepen stil de Amstel tegemoet.
Ik voelde de spanning van een klein geheim
dat we beiden voor elkaar bewaarden.
Toen werd het licht. De vonken sprongen
uit je blonde haren.
De zon sloeg stralend van je aangezicht.
Een deur ging open en toen weer dicht.

Ik zie de zonderlinge kleuren,
geluiden hoor ik, nimmer nog gehoord.
Wij geven alles aan elkaar
zonder een woord.
Extase. Een spel van zinnen.
misschien ongehoord.

We liepen over de Amstelbrug,
ik was opnieuw geboren.
Jij kwam uit een mooie droom
en ik voor jou met schroom,
een goede vriend, of iets van dien,
de dichter die het heeft gezien.

De avond viel. De damp van de rivier
steeg op, als walmend uit een vat.
We rilden en versnelden onze pas,
alsof een spook ons op de hielen zat.
Met felle bundels elektriciteit
schenen  auto's ons in het gelaat.
Ik keek je aan . Toen was alles weer gewoon.
Gewoon met de tram naar de Lutmastraat.