Het grijze dier in mij
verdraagt geen ijle lucht;
nog voor de boomgrens is bereikt
gaat het op de vlucht.
Maar in het dal,
de berg verschoonde mijn gedachten,
staat het weer op mij te wachten.
GEHEIM.
Ik heb een nieuw gedicht geschreven
over mijzelf
niemand
mag het lezen.
ik heb een nieuw gedicht geschreven
over mijzelf
toen
ik het las
heb ik het afgewezen.
SPREKER
Grote woorden
dun als rijstpapier
bouwt hij aan een pose
geraffineerd met sentiment
ontlokt hij nog een mat applaus,
maar waar het zaaigoed is bedorven
wacht goede grond
tevergeefs op leven.
LUCIDE
toen de mist optrok
bekeek
hij zijn gedichten
met andere ogen,
toen helderheid wrevel werd
moest
hij veel herzien
van wrevel naar pure haat
schreef hij niet meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten