de iepen aan de grachten stonden bloot.
Tussen de regels het grijs van de dood,
zijn poëzie was van het leven ontdaan.
Hij las zijn gedichten nog eenmaal voor
aan een oude man , die klankbord wilde zijn,
maar die al sliep bij het tweede kwartijn.
Een dichter en een grijsaard op dood spoor.
's Avonds heeft hij zijn mama nog gebeld,
gezegd dat alles goed met hem was,
dat hij niet meer spoot en Vestdijk las.
Over de zwarte vogel niets verteld,
die nog kwam dezelfde nacht,
en aan de bard een witte lelie bracht.
Deze kende ik nog niet maar hij is prachtig. Doorgaan hoor!
BeantwoordenVerwijderen