maandag 31 oktober 2011

BOEKEN

 Het moest er van komen. Ik wil nu iets schrijven over boeken in het algemeen, en misschien over "het boek en ik", met andere woorden, mijn passie voor boeken.


Ik herinner me het eerste boekje dat ik op het kerstfeest van de zondagschool cadeau kreeg. Het was 'Fik' van W.G. van de Hulst. "Woef, ik ben een hond, mijn naam is Fik en mijn baas heet Jan, woef". Later volgden andere boekjes van Van de Hulst zoals, ‘de hut op de hei’, ‘het plekje dat niemand wist’, 'Peerke en zijn kameraden' etc. Ik herinner me dat ik in mijn lagere schooltijd op mijn verjaardag altijd boeken vroeg.  Een tante uit Holland, IJmuiden, stuurde op mijn verjaardag ook altijd een boek, maar ze stuurde een keer ter afwisseling een grote legpuzzel. Ik herinner me nog mijn teleurstelling... Wat moest ik met een legpuzzel?  De jeugdboeken die ik kreeg moesten wat mij betreft het liefst gewone jongensboeken zijn van W.G. van de Hulst, C. Goudriaan, Joh. Kieviet, enz. Avonturen in bijvoorbeeld het wilde westen etc. waren niet aan mij besteed. De liefde voor boeken is me tot op vandaag bijgebleven, ons kleine appartement puilt uit van de boeken. Vaak lees ik een boek twee of soms drie keer. Op vragen van visite “Heb je die boeken nu allemaal gelezen?”, kan ik volmondig met “ja” antwoorden. 

Ik ben nooit echt geïnteresseerd geweest in eerste drukken, vaak peperduur. Wel wil ik enkele schrijvers compleet hebben. Bijvoorbeeld Vestdijk, die 52 romans heeft geschreven, J.J.Voskuil, Willem Brakman, sommige Russen, en twee belangrijke Hongaarse schrijvers, Sandor Marai en György Konrád. Van de romans die ik meermalen gelezen heb, en eigenlijk steeds weer lees, noem ik enkele toppers: 'De Toverberg' van Thomas Mann, ‘De ontdekking van de hemel' van Harry Mulisch, 'Nooit meer slapen' van Hermans, 'De koperen tuin’ en ‘Ierse nachten’ van Vestdijk, 'Bij nader inzien' van J.J.Voskuil en nog heel wat anderen.
Naast romans en allerhande  staat er vrij veel poëzie in mijn kast. Waarover later meer. 

zaterdag 29 oktober 2011

EEN VRIEND

 Het is lang geleden, zo rond 1960.
Een van onze naaste buren in Lemmer was een weduwe die een zogenaamd weduwen winkeltje dreef. Zij had één zoon, Tiemen, die boodschappen naar haar klanten bracht.
Tiemen en ik waren in onze schooljaren vaak bij elkaar, schoolvrienden, ik hielp hem soms met de boodschappen. Zo rond 1960 had je de z.g. Nieuw-Guineacrisis.
Nieuw-Guinea hoorde nog bij Nederland, maar Soekarno (Indonesie) maakte aanspraken
en stuurde troepen. De toenmalige Nederlandse regering had nog negentiende-eeuwse ideeën  en besloot ook troepen te zenden naar Papoealand. Veel landen en ook de internationale gemeenschap adviseerden Nederland om af te zien van dit zinloze oorlogsavontuur. Maar de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken zette door, “Nieuw-Guinea is en blijft van ons.”
Deze minister, Joseph Luns, was een roomse conservatief die van carnaval hield. Als hij gekleed moest gaan in smoking of rokkostuum werd hij in de kamer Prins Carnaval genoemd. Om kort te gaan, mijn vriend Tiemen kreeg een oproep en ging met het leger mee naar Nieuw-Guinea. Het leger ging daar een zinloze strijd aan, er sneuvelden meen ik 20 Nederlandse militairen. Snel daarna trok Nederland zich terug en werd Nieuw-Guinea overgedragen aan Indonesië. Toen kwam het bericht dat mijn vroegere schoolvriend ook gesneuveld was. Ik schreef toen, in de zestiger jaren, verdrietig en woedend dit gedicht.

                                               
TIEMEN
In Nieuw-Guinea
sneuvelde mijn vriend
in Nieuw-Guinea
sneuvelde hij
door politiek onbenul
in Nieuw-Guinea
heeft een nar mijn
vriend vermoord
in Nieuw- Guinea
stierf hij voor niets.

vrijdag 28 oktober 2011

KLEINE GEDICHTJES

 BERGTOCHT.
Het grijze dier in mij                              
verdraagt geen ijle lucht;
nog voor de boomgrens is bereikt
gaat het op de vlucht.
Maar in het dal,
de berg verschoonde mijn gedachten,
staat het weer op mij te wachten.


                                                             GEHEIM.
                                                              Ik heb een nieuw gedicht geschreven
                                                              over mijzelf
                                                              niemand mag het lezen.
                                                              ik heb een nieuw gedicht geschreven
                                                              over mijzelf
                                                              toen ik het las
                                                              heb ik het afgewezen.

SPREKER
Grote woorden
dun als rijstpapier
bouwt hij aan een pose
geraffineerd met sentiment
ontlokt hij nog een mat applaus,
maar waar het zaaigoed is bedorven
wacht goede grond
tevergeefs op leven.


                                                            LUCIDE
                                                            toen de mist optrok
                                                            bekeek hij zijn gedichten
                                                             met andere ogen,
                                                             toen helderheid wrevel werd
                                                             moest hij veel herzien
                                                             van wrevel naar pure haat
                                                             schreef hij niet meer.

EEN LEZING

Woensdagavond zaten Lenie en ik onder het gehoor van Maarten van Rossem die in het logegebouw een lezing hield over het onderwerp: '' Waarom is Nederland zo ontevreden"
Van Rossem kan gloedvol vertellen, en spreekt boeiend 2 uur uit z'n blote hoofd.

Het onderwerp van z'n lezing moet even toegelicht worden.
Is de Nederlander dan zo ontevreden? Ja en Nee!
De Nederlander is zeer tevreden over zijn persoonlijk situatie, maar voor de maatschappelijke
situatie heeft hij geen goed woord over. De regering heeft er een zootje van gemaakt,  zakken-
vullers, je kan niet meer veilig over straat lopen, etc. etc.
Van Rossem ontwikkelde in zijn lezing de oorzaken van deze opmerkelijke discrepantie van tevredenheid. Het zou hier te ver voeren om uit te leggen wat de oorzaken van deze tweedeling zijn, maar ik wil toch naar het oordeel van Maarten enkelen noemen.
De maatschappelijke kritiek zou veroorzaakt zijn door pers en de televisie, die constant de kijkers trachten te boeien door stromen van negatieve- en aangedikte ellende in de nieuwsvoorziening. Zo zelfs dat goednieuws positieve berichten als oninteressant  niet worden opgenomen of in de kleine hoekjes van het achterblad worden geplaatst.
Maar de televisie is de hoofdschuldige om ellende en ongelukken uit te vergroten

Dan werd uitgebreid over het populisme gesproken. Vergelijkingen  tussen Fortuyn en Wilders. Deze laatste werd  door Van Rossem consequent Gekke Geert genoemd. 
Merkwaardig vond ik dat hij D66 een van oorsprong populistische partij noemde, die van plan waren het politieke stelsel  in Nederland op te blazen.
Veel aandacht werd besteed aan de overdrijving van het moslimgevaar in Nederland.
Aangetoond werd dat al jaren geen  sprake meer is van massa-immigratie. Enz enz.
Wat Europa betreft ziet van Rossem de noodzaak in om te komen tot een hechter verenigd Europa. Op de duur verwacht hij vorming van de  Verenigde Naties van Europa.
Een heldere boeiende avond met Maarten van Rossem. Tot slot een van zijn boeken gekocht:
"Drie oorlogen, een kleine geschiedenis van het westen"

dinsdag 25 oktober 2011

AUSTIN

 Hij zei: 'Ik ga.'  Toen was het uit.
De zon verschool zich even,
stil viel een moment het leven.
Keek niet meer door de achterruit.

Hun vriendschap had het niet gehaald.
Het huis verloor zijn geuren,
had slechts gesloten deuren.
Wie achterblijft betaalt.

Zijn auto reed de tunnel in,
één koplamp niet ontstoken.
Richtingaanwijzers beide stuk.

Retrospectief zonder zin:
achteruitkijkspiegels afgebroken.
Desolate Austin...ongeluk.

DOOD

 De herfst had zijn paletten weggedaan,
de iepen aan de grachten stonden bloot.
Tussen de regels het grijs van de dood,
zijn poëzie was van het leven ontdaan.

Hij las zijn gedichten nog eenmaal voor
aan een oude man , die klankbord wilde zijn,
maar die al sliep bij het tweede kwartijn.
Een dichter en een grijsaard op dood spoor.

's Avonds heeft hij zijn mama nog gebeld,
gezegd dat alles goed met hem was,
dat hij niet meer spoot en Vestdijk las.

Over de zwarte vogel niets verteld,
die nog kwam dezelfde nacht,
en aan de bard een witte lelie bracht.

zondag 23 oktober 2011

PAVILJOEN

 '...toen die vogel uit de boom viel. Dat weet je toch nog wel?
Hier op het terras viel hij. Uit de boom. Dat weet je toch nog wel, Lie?'
'Lachen  joh,' zei Lie.
'Ja lachen, omdat de vogel uit de boom viel. Gewoon hier op het terras.'
'Niet dood,' zei Lie.
'Nee niet dood. Hij vloog gewoon weg.'
'Lachen joh, ' zei Lie?
'Lachen, hé Lie. Omdat hij zo raar wegvloog.'
'Ja, fladderde. En toen zei jij: misschien is-tie van z'n stok van,  z'n tak gevallen, omdat-ie duizelig werd die vogel. Dat zei je toen nog, hé Lie?' 'Ja, en toen zei ik: misschien had-ie hoogtevrees. Dat zei ik toen. Lachen, joh'
'Ja lachen, ik zei: een vogel die uit de boom valt, is net als een vis die verdrinkt.
'Ja verdrinkt, 'zei Lie.
'Wat zitten we hier fijn onder die boom, hé Lie?  We blijven hier nog een tijdje,  misschien komt het toch nog wel goed, Lie. Je moet niet steeds huilen., je moet aan die vogel denken , die uit de boom viel.'
'Fladderde. Lachen joh.'  'Ja daar moet je aan denken , Lie, en niet meer huilen.'
'Straks eten,' zei Lie.
'Maar na het eten gaan we weer onder de boom zitten, Lie.'
'Maar als die anderen hier dan zitten,...dan...dan..'
'Nou niet gaan huilen, Lie. Toe nou, Lie. Dan zeggen we: pas op, er vallen vogels uit die boom. Dan gaan ze weg.' 'Dan gaan ze weg, zei Lie'
"En dan gaan wij hier gewoon zitten,  Lie. Wij samen.'
'Ja, lachen, Joh.' 'Ja lachen, Lie. Niet meer huilen. Denk maar aan die vogel Lie.'
'Rare vogel'
 'Vind je mij ook een rare vogel,Lei?'
'Gekke vogel.'
'Ja gekke vogel, maar daarom zijn we hier, Lie. Omdat we gekke vogels zijn. Daarom wonen we hier, he' Lie?
'Daarom wonen we hier, ' zei Lie.
'Vind je mij nog iets anders dan een  gekke vogel, Lie? '
'Ja, zei Lie'
'Wat dan Lie? '
.........
'Zeg het dan Lie, zeg het dan'.
'Lieve vogel' zei Lie.
'Maar ik vind jou ook lief hoor Lie'.
'Lieve vogels. Lachen joh.'
'Ja, lachen , Lie'.
'Wij samen, he?'
'Ja, wij samen, Lie'

(eigen werk, geschreven tijdens een cursus 'Spelen met taal'  bij het cultureel centrum, Enschede.)

zaterdag 22 oktober 2011

EUROPA


Vanmorgen had ik een boekenbon nodig als cadeau voor een familielid. Op de bovenverdieping van Broekhuis kocht ik een klein boekje met de aansprekende titel: 'De weg uit de crisis' met als ondertitel 'Hoe Europa de wereld kan redden' geschreven door de Guy Verhofstad, oud premier van België. Omdat ik wist dat Verhofstad eerder een boekje geschreven heeft met als titel 'de Verenigde Staten van Europa' (2005) was ik nieuwsgierig naar zijn mening in dit nieuw boekje(2009) dus tijdens de crisis, temeer daar ikzelf altijd een warmvoorstander ben geweest van een verenigd Europa.

  Hierna enkele citaten uit het boekje van 2009:

* De huidige crisis  heeft aangetoond dat de tijd rijp is om de unie om te vormen tot een
   politieke federatie, een 'Verenigde Staten van Europa,.

* De afgelopen maanden is gebleken, zeker wat de Euro betreft, dat Europa functioneert.
   Dat Europa niet het probleem is, maar de oplossing.

* Europa moet naast het inrichten van een sociaaleconomische regering ook integreren op
   terreinen als justitie, defensie en buitenlandse politiek. Criminaliteit moet door een
   gezamenlijke aanpak bestreden worden.

* De vraag is wie het voortouw gaat nemen? Welk land of welke landen gaan een
   voortrekkersrol spelen? Duitsland en Frankrijk? Het botert niet best tussen deze twee.
   Alleen Duitsland kan Europa in een versnelling doen geraken. Het is het dichtst bevolkte
   land van de Unie en heeft een sterke economie.

* Maar laten we geen illusies maken, de weerstand tegen hervormingen zijn groot,
   maar dat kan verkeren!   Mogelijk is een soort (democratische)  staatsgreep nodig.

Tot zover enkele citaten. Het kan nog lang duren, maar die verenigde staten van Europa
 komen er wel!
----
Voor meer informatie over Guy Verhofstad <<klik hier>>

donderdag 20 oktober 2011

SCHAKEN


Een van mijn geliefde hobby's is schaken.
Woensdagsmiddags schaak ik in een seniorenclubje, soms doe ik mee aan een toernooi,  maar steeds weer  ervaar ik hoe moeilijk het is  om urenlang geconcentreerd te blijven om het spel te winnen. Eerlijk gezegd lukt het  me niet zo vaak een partij te winnen. Remises en verliespartijen voeren de boventoon.
Maar hier dan toch maar enkele gedachten en filosofieën over dit nobele spel:

Het schaakspel is een spel van harmonie en waarden. (Karpov)
Het spel wordt gespeeld om het hoogste, verre doel te bereiken:
namelijk om  het hoge symbool van het schaakbord, de Koning, te onttronen.
Daar gaat het om! Wat is de beste zet? Wat is een goede keuze.
Daar offert de schaker tijd en (slapeloze nachten) voor op.
Uren zit hij te mediteren voor het geblokte schaakbord.
Velden wit en zwart, zoals het leven is.
Soms euforie, vreugde. Soms, ( vaak)   deceptie, teleurstelling.
Zoals het leven is.

Mensen begin er niet aan. Laat dit prachtige, romantische spel links liggen.
Ga desnoods gewoon dammen.

 Tot slot nog een schandelijk schaakgedichtje

Meisje kleedt zich uit
Geeft zich bloot
Hij denkt nog
Aan zijn blunder
op e4

dinsdag 18 oktober 2011

OM TE BEGINNEN ...

... wil ik het hebben over mijn drie liefdes.
O, zal je denken, zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen.
Ook, maar nu even niet.

Mijn eerste liefde betreft Friesland alwaar ik in de zuidwesthoek, in het dorp Lemmer,  ben geboren en opgegroeid. Daar heb ik als kind de Tweede Wereldoorlog meegemaakt,
de Duitse bezetting en de bevrijding door de Canadezen.
Uit deze korte tekst merk je wel dat ik wat ouder ben dan de oudste babyboomer.
Als ik spreek over mijn liefde voor Friesland, betreft dit in hoofdzaak de Friese taal en de Friese literatuur, resp. de Friese poëzie. Prachtige dingen zijn in deze taal geschreven.

Mijn tweede liefde betreft de stad waar ik na de oorlog ging werken en studeren. Amsterdam. Ik had in Friesland een klein baantje gehad bij een groothandel in  koloniale waren, daar boekhouden geleerd en een boekhouddiploma gehaald, en zocht-  en vond toen een baan in Amsterdam op een accountantskantoor. Met een vriend uit Lemmer huurden we een appartement en zaten 's avonds te blokken op studies die we in Friesland door de oorlogsjaren hadden gemist. We maakten veel vrienden, en ik kreeg er verkering.
Amsterdam, een mooie stad, fijne mensen. Een stad om van te houden, al heb ik er slechts 10 jaar gewoond.
 In Amsterdam werkten veel jongens en ook meisjes  uit de zuidwesthoek.
Je kon geregeld een weekend naar je ouders. Met de nachtboot.
Een retour Amsterdam - Lemmer kostte in die jaren 3 gulden.

En dan is mijn derde liefde natuurlijk voor Enschede en zeker voor Twente.
Hoe kwam ik in Twente terecht. Het Amsterdamse accountantskantoor had hier nogal wat cliënten o.a. in de textiel. We reisden veel tussen Amsterdam en Twente.
In de vijftiger jaren werd ik gevraagd of  ik in Twente wilde gaan wonen om daar leiding te geven aan een op te zetten dependance.  Zo gezegd zo gedaan. Ik had al een paar jaar verkering, we trouwden nog in Amsterdam en gingen toen in Enschede wonen.
We kregen de volgende jaren twee kinderen. Een jongen en een meisje en nog weer later heel wat kleinkinderen die allemaal nog in Enschede wonen. Mijn vrouw die toch een geboren Amsterdamse is voelde zich vanaf het begin in Twente zeer thuis. In het jaar 2009 maakten we helaas  het verschrikkelijke mee dat onze  kleinzoon leukemie kreeg. Hij overleed in februari 2010. Hij werd slechts 14 jaar. Wat kan het leven wreed zijn.

Het bovenstaande is een persoonlijke noot ter kennismaking. Hierna zal ik meer aandacht besteden aan o.a. literatuur, poëzie, boeken etc.