Tao is een filosofie, en filosofie betekent liefde voor de
wijsheid.
De oosterse filosofie bestond allang, maar is pas vastgelegd
in China ca. 1600
jaar voor Chr. Via Lao Tzé, die de reeds bestaande gedachtegang
de "Tao" opschreef en zich daardoor ook in India verspreidde. Tao is
het oerwoord van de Chinese wijsbegeerte, het abstract gedachte
eenheidsbeginsel dat de wereld beheerst Het oerprincipe en de fundamentele bron
van alle zijn. Tao (De Weg) is meer een
levenswijze dan een denkrichting. Tao leert het volgende:
* Tao is alle dingen maar zelf geen ding.
* Tao is werkzaam in ieder verschijnsel, maar zelf
verschijnt het nimmer.
* In Tao is alles ongescheiden één.
Ook de Griekse wijsgeer Paramedes ging uit van de eenheid van
het Zijn en het Niet-zijn en noemde dit de weg der waarheid. In het begrip Tao
ligt echter niet alleen de gedachte van het oerprincipe, maar tevens is hierbij
de ordening en harmonie van het
menselijk leven besloten. Tao heeft te maken met het Indiase begrip Advaita, de filosofie
van de non-dualiteit. Advaita betekent letterlijk: niet-tweeheid.
Het filosofisch systeem gaat uit van de onscheidbaarheid van
individu en geheel, van mens en schepping, van schepper en zijn schepping. Door
langdurig vergeten denkt de mens echter dat hij los staat van de schepping. Zo
ontstaat de frictie, strijd, aantrekking en afstoting. Als echter de mens zich
zijn ware natuur herinnert, onafgescheiden van de schepping, komt de dualiteit
(als strijd) tot vrede en rust, tot eenheid.
Het bovenstaande zijn
wat gedachten uit de Tao/Yoga literatuur.
Wordt vervolgt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten