Het volgende gedicht is geen gemakkelijk gedicht
Mogelijk het verhaal over een eenzaam iemand,
mogelijk enigszins gestoord en contactarm.
Geen prettig persoon. Maar ook hier heb ik meer
aandacht besteed aan het spel met woorden dan
aan een logisch verhaal.
GLAS
Ik woonde in een huis met glazen muren,
kristallen koepels daarop, afgerond.
Opaal-doorschijnende achtergrond:
een open boek, schunnige schrifturen.
Meeuwen vlogen rond van laag allooi,
landen krijsend op het pas geverfde gras.
Een zwaluw vliegt bloedend tegen 't glas.
De laatste kraai verlaat z'n glazen kooi.
We zaten op een bank van porselein,
bedronken, oog in oog, ik zag
het dorre niemandsland, het niet
verwoorde vraagt zijn tol.
Toen was het uit, toen brak de spiegel
scherven stuk...
Een ijsvogel-blauw vloog door mijn hoofd.
Hersens beschadigd, van haar beeld beroofd.
Nimmer een geluk bij een ongeluk.
De meeuwen, eens van zilver, en belust op aas
stonden toen voltallig voor de muren
van glas, naar mijn onttakeling te gluren.
Alsof een doorzichtig mens iets bijzonder was.