zaterdag 10 december 2011

DE LEMMER



Een herinnering, Jelle en ik.

Het IJsselmeer. Een meeuw strijkt neer op de zwemplank die over de basaltblokken ligt. Een kleine jongen met rossig haar schiet met een katapult op de vogel, maar mist...
" Hé rotpikkie, " scheldt een blonde branieknul van zo'n jaar of vijftien, "moet je een pak op je donder hebben?" De blonde jongen draagt een zwembroek met een kammetje er tussen. Hij is niet een van de dorpsjongens want die schelden anders. Het "rotpikkie" richt zijn katapult en schiet een steentje rakelings langs het hoofd van zijn uitdager.
"Godverdomme!"  Drie jongens die in het gras liggen springen op en grijpen het jongetje.
1947... We waren ook branieknullen met kammetjes tussen de zwembroek.
Jelle had ook rossig haar. We zaten op de zelfde zwemplank, de voeten in zee, zoals we het IJsselmeer hardnekkig bleven noemen.
"In de oorlog stond hier afweergeschut en zoeklichten van de moffen," zei ik.
" Schoten ze vaak?"
"Bijna elke nacht. Dit was de route naar Hamburg en Berlijn."
"Was je bang dan?" vroeg Jelle.
"Soms, als er luchtgevechten waren. Wel spannend maar,  bloedlink."
"Bij ons werd niet veel geschoten", zei Jelle, die in de oorlog nog in Apeldoorn woonde.

Wordt vervolgt. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten