In de Twentsche
courant Tubantia van vandaag twee pagina's vol met Gerrit Komrij.
Vier grote foto's
van de dichter-schrijver op een rijtje, kolommen vol met tekst voornamelijk
over zijn nieuwe boek 'De loopjongen'. Het boek waar ik een paar dagen geleden
geen goed woord voor over had. Maar
Komrij zelf, in het genoemde artikel vind De Loopjongen zo geslaagd, omdat het
een ooggetuigeverslag is. "Ik noem het mijn testament, het is een portret
van een generatie waar ik zelf allemaal bij geweest ben." De roman grijpt
op een bizarre wijze terug op een vriendschap in Winterswijk, Komrij's
geboorteplaats.
Ik zal de roman
nog eens rustig opnieuw lezen, met genoemde kennis in het achterhoofd. Via
internet kwam ik meer negatieve recensies tegen. Maar desalniettemin, Komrij
mag dan niet zijn beste boek hebben geschreven, het is wel een groot
dichter, die mooie poëzie heeft geschreven.
Sorry Gerrit, als ik wat te negatief je boek beoordeeld heb, hierbij dan
een mooi gedicht:
FIAT LUX
We liepen op de
Transformator Weg.
De zon kwam op ,
ze bleef nog even hangen
Een sinaasappel
door de groene heg.
We stapten
zwijgend voort. Je bleke wangen
Weerkaatsten
argeloos de vroege gloed.
We liepen stil de
morgen tegemoet.
Ik hoorde je niet
ademen. Stormachtig
Kwam de zon
omhoog. Je werd zo licht.
De vonken sprongen
uit je zwarte haren,
De zon sloeg
stralen van je aangezicht.
Zie, hoe het
vlamde. 't Kwam niet tot bedaren.
Een gedeelte van het grote gedicht CAPRICCIO (1978)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten