vrijdag 30 maart 2012

SJOERD BIJ OPA EN OMA IN BOEKELO


Het was in juli1997, onze kleinzoon Sjoerd was nog geen twee jaar, zijn ouders waren met vakantie in Zwitserland en Sjoerd kwam in Boekelo logeren. Een feest, we waren gek op dat kind, en Sjoerd op ons, heel in het  bijzonder op oma, die hij Oema noemde.
Van dit gebeuren schreef ik in 1997 een beknopt dagboek, 20 juli t/m 27 juli. Nu Sjoerd er niet meer is heeft dit dagboek voor ons en voor zijn ouders  een grote waarde. Ik wilde vandaag hieruit al iets schrijven,  maar het was een rommelige dag en het is er niet van gekomen. Ik ben van plan om a.s. zondag hier mee te beginnen. Dus beste mensen, tot dan.
Ik luisteer nu naar een uitvoering van de Matthäus Passion op de TV door Mezzo. Heel mooi.

woensdag 28 maart 2012

TRADITIE


Toen de goeroe ging zitten voor het avondgebed,
liep de kat van Asram in de weg en leidde de
gelovigen af. Daarom beval de goeroe dat de kat
moest worden vastgebonden gedurende het
avondgebed. Na de dood van de goeroe werd
de kat nog steeds vastgebonden tijdens de avonddienst.
En toen de kat stierf werd een andere kat gehaald
om die naar behoren te kunnen vastbinden  tijdens
de avonddienst.
Eeuwen later werden er doorwrochte verhandelingen
geschreven en gedrukt door geleerde aanhangers
van de goeroe over liturgische betekenis van
het vastbinden van de kat tijdens het avondgebed.

Uit 'Magische vertellingen'

maandag 26 maart 2012

EEN ZONDAG


Vanmorgen, 25 maart 2012 moest de klok een uur vooruit, want de zomertijd ging in.
Toch maar gewoon volgens de wekker om half negen opgestaan, maar toen was het al half tien, nauw en?  Toch even opletten want  je kan je  favoriete boeken programma van de VPRO zomaar missen, maar na het verzetten van de klokken ging alles goed.  
Laat de zomer nu maar komen, het voorjaar is er al een beetje.

We hadden vandaag twee dingen op ons programma: een bezoek brengen het monumentje met de urn van onze kleinzoon Sjoerd, en daarna even aanwippen bij onze dochter en schoonzoon aan de Bosbeekjuffer.
Eerst dus naar Sjoerd in Usselo. Zijn monumentje staat in de tuin van het crematorium. Fijn om even 'bij  hem' te zijn, maar toch ook erg verdrietig. Onze kleinzoon was veertien jaar toen hij in 2010 stierf aan leukemie. We fatsoeneerden z'n plekje een beetje, zetten het schaapje en de vlinders recht, plaatsten de meegebrachte bloemen en gingen met 'dag lieve jongen' weer naar de auto.
Bij onze dochter en schoonzoon werden we zoals altijd hartelijk ontvangen. De tafel stond al gauw vol met hapjes en drankjes, onze twee kleinkinderen, 15 en 18 jaar, vinden het geloof ik ook wel fijn dat oma en opa zo nu en dan eens langs komen. We bleven eten, en hadden deze zondag een ervaring van verdriet en vreugde, zoals het leven eigenlijk in mekaar zit.

In de zomer 1997 hebben we een weekje op onze kleinzoon Sjoerd gepast, hij was nog geen twee jaar en logeerde bij ons in Boekelo. Over deze logeerpartij schreef ik toen een dagboek.
Binnenkort zal ik hieruit op dit weblog iets schrijven.

donderdag 22 maart 2012

DIEDERIK SAMS0M


Enkele oneliners uit een essay "De PVDA heeft een wereld te winnen". Door Marcel ten Hooven, opgenomen in de Groene Amsterdammer.

' Wat de PvdA wil zijn, regeringspartij, lukt haar bij uitzondering en wat ze kan zijn, oppositiepartij, ambieert zij niet.'

Méér gelijkheid kan opnieuw het leidende ideaal worden van de PvdA, om zich zelf te verlossen van de richtingloosheid. Het princiep van eerlijk delen van de lasten en lusten heeft nog niets van waarde ingeboet.

Diederik Samsom beschikt over het  politieke temperament om een zienswijze op de  betekenis van de sociaaldemocratie in de moderne tijd te verwoorden in retorisch pakkende beelden.  Hij is onvermoeibaar en koestert sterke  politieke overtuigingen, op het fanatieke af. In dat opzicht is een vergelijking met Den Uyl niet uit de lucht gegrepen.

Mensen zijn niet uit op hulp van de overheid  laat staan van de PvdA. De meeste mensen klimmen op eigen kracht langs de maatschappelijke ladder omhoog.
Samsom verwijt Rutte afbraak van de maatschappelijke ladder.
'De agent, de onderwijzer en verpleger zijn onze geluksmachines. Die zet je niet uit Mark. Die versterk je.'

                                                                                                                                                                                                                                      

dinsdag 20 maart 2012

EN TOEN NAAR ENSCHEDE


Het accountantskantoor waar ik werkte had nogal wat cliënten in Twente o.a. in de textiel, textielfabrieken en aanverwante bedrijven. We  reisden veel tussen Amsterdam en Twente.
De textielbaronnen werkten in die tijd nog met geheimboekhoudingen  en zochten hun accountants ver van huis. Geen pottenkijkers uit de regio. Eind 1957, ik woonde toen  al 10 jaar in Amsterdam, werd ik gevraagd of ik in Enschede wilde gaan wonen om leiding te geven aan  een daar te vestigen dependance. Ik moest er goed over nadenken, ik woonde graag in Amsterdam, had er vrienden en op kantoor, prima collega's, en zou Lenie naar Twente willen?  Maar...we wilden graag trouwen, maar er was in Amsterdam woningnood en in Enschede stond een woning voor ons klaar, en bovendien een flinke salarisverhoging.
Lenie gaf de doorslag, doen! zei ze, en dus trouwden we eind 1957 en gingen in Enschede wonen. We woonden in een nu nog bestaand flatgebouw- maisonnette, Oliemolensingel-hoek Marthalaan  We richtten een kantoortje in en namen een meisje en een jongen in dienst. Ook hier weer jeugdwerk van uit het  CJV-gebouw aan de Blijdensteinlan, maar lang niet zo intensief als in Amsterdam. We kregen na een paar jaar twee kinderen, een jongen, Nico, en een meisje, Karin. We hadden het zeer naar onze zin in Enschede, geen mooie stad,  maar een goede stad om te wonen. We genoten van het prachtige Twentse landschap.

Door fusies en het latere teloorgaan van de textielindustrie raakten we belangrijke klanten kwijt. Het Amsterdamse accountantskantoor verloor gelijktijdig twee vennoten, de oprichters vader en zoon overleden beide in het jaar 1961.
Door deze ontwikkeling werd de dependance Enschede opgeheven en stapte ik in 1963 over naar het in Enschede gevestigde kantoor Van Dien & co, nu PWC. waar ik tot mijn pensionering werkte.

Mijn liefde voor Amsterdam is onverwoestbaar, ik hou van Friesland mede om het Fries,
mijn taal. Prachtige dingen zijn in deze taal geschreven, en ik hou ook van Twente: hartelijke mensen en een arcadisch landschap. Tot zover dus mijn drie liefdes.

maandag 19 maart 2012

IN AMSTERDAM 1947 - 1957


Na een sollicitatiegesprek werd ik aangenomen als aankomend boekhouder in een limonadefabriek in de Jordaan. Ik had wel een goed kosthuis gevonden, maar het werk op de genoemde limonadefabriek beviel me slecht, saai werk, het leuke werk deed een boekhoudster, niet mijn type. Na een tijdje had ik genoeg van dit statische baantje en solliciteerde ik op een vacature bij een NIVRA accountantskantoor. Na een gesprek werd ik aangenomen, en werkte ik 14 jaar voor dit kantoor, 10 jaar in Amsterdam en nog 4 jaar in Enschede. Cliënten in het hele land, veel reizen en avondstudie.  Ik woonde nog een tijdje met een schoolvriend uit Lemmer, Foppe,  op een soort appartement aan de Amsterdamse Overtoom, en later toch weer, ook samen, in een gezellig kosthuis.
Als kamerbewoner in Amsterdam had ik het eerst wel moeilijk, maar al gauw voelde ik me er als een vis in het water. Amsterdam was mijn stad. Foppe kreeg verkering in Amsterdam en ging al gauw samenwonen. Ik kreeg een vriend, Jan Wildschut, zoon van de toen bekende CJV-dominee Wildschut. Via Jan en het gezin Wildschut zat ik binnen de kortste tijd tot over mijn oren in het Amsterdamse jeugdwerk CJV (Christelijke Jongeren Vereniging). Werkte mee aan het open jeugdwerk in de Amsterdamse pijp, leidde jongensclubs en werkte mee aan jeugdkampen en ging enkele malen als tweede reisleider, hoofdzakelijk voor de financiële zaken, met jeugdgroepen naar Oostenrijk en Italië. Vergaderen deden we nog al eens bij iemand thuis. Zo kwam ik bij een gezin terecht in de Lutmastraat.. Hartelijke mensen, twee zoontjes zaten bij mij op jongensclubs, maar er waren ook nog drie dochters, mooie meisjes.
Bij drie meisjes heb je meestal een jongste, een middelste en een oudste. De jongste, Ria,  telde niet mee, want die was nog meer 7 jaar. De oudste, Dit, eigenlijk ook niet want die had al verkering met een student, Co. Maar de middelste, Lenie....Met Lenie ben ik nu al ruim 50 jaar getrouwd. Ik had dus een meisje,  vrienden en zwagers, waarvan ik twee zeker ook tot mijn vrienden rekende. Co en Dick,  Ik zie terug op 10 mooie jaren in Amsterdam. Maar hoe kwam ik dan in Enschede terecht? Dat vertel ik morgen!

zaterdag 17 maart 2012

NAAR AMSTERDAM

Er was een heel verschil tussen Lemmer vóór de bevrijding en Lemmer ná de bevrijding op 17 april 1945.
Vóór de bevrijding had je de avondklok, na 8 uur 's avonds mocht niemand meer op straat komen. Dan de strikt doorgevoerde verduistering en de vele Duitse militairen en de sicherheitsdienst maakten het dorp er niet gezelliger op.
Maar na de bevrijding werd Lemmer al gauw weer een gezellig dorp. Veel watersport, het toerisme kwam weer op gang en de Lemsterjeugd  haalde veel in wat tijdens de oorlog niet mogelijk was. Aan de zeedijk wemelde het 's avonds van vrijende paartjes. Ach die goeie oude tijd.
Over de bevrijding van Lemmer kom ik zo rond 17 april op dit weblog nog terug.

Lemmer had een goede verbinding met Amsterdam. Er voer dagelijks een dagboot en een nachtboot naar Amsterdam. Een retour Lemmer- Amsterdam kostte in die tijd 3 gulden. Van de euro had nog niemand gehoord.
Tientallen jonge mensen uit Lemmer en de zuidwesthoek gingen dan ook na hun schooltijd in Amsterdam werken. Ook ik ging in 1947, 18 jaar was ik, werk in Amsterdam zoeken. We hadden familie in IJmuiden  waar ik als kind met mijn ouders vaak logeerde en dan altijd een dagje naar Amsterdam. Ik hield van Amsterdam, vond het een prachtige stad, nog wat anders dan Lemmer.
Na een kantoorbaantje in Lemmer bij een groothandel in koloniale waren, zo heette dat toen, ik had door avondstudie het praktijkdiploma boekhouden gehaald, solliciteerde ik naar een boekhoudersbaan in Amsterdam.
Na een sollicitatiegesprek werd ik aangenomen. Hier begon dus het avontuur van een Friese dorpsjongen in Amsterdam. Maar daarover later meer.

Wordt vervolgd.

vrijdag 16 maart 2012

EEN JONGEN UIT LEMMER


In het hartje van Lemmer staat een 18e eeuws pakhuis met drie pakhuiszolders.
Eerst mijn grootvader (pake) en later mijn vader (heit)  hadden in dit pakhuis op de begane grond een brandstoffenzaak, toen voornamelijk turf. Mijn  grootvader had op de eerste verdieping een paar kamers en een keuken laten bouwen. Toen ik geboren werd rentenierde mijn grootvader al en woonden mijn ouders in de genoemde woning. Ik ben dus geboren op een pakhuiszolder.   
Mijn moeder (mem)  die uit Kampen kwam, vond dit wonen maar niks en toen ik 5 jaar was verhuisden we  naar een vrij huis aan de Kortestreek in Lemmer. Mijn ouders, later mijn moeder alleen, hebben in dit huis aan de streek 52 jaar gewoond. Uit mijn vroegste jeugd herinner ik me dat ik in dat pakhuis in een bedstede sliep en 's avonds en 's nachts spookbang was in het donker. Ik had een vriendinnetje, Coba de  Haan, die een keer van de pakhuiszolder viel, gelukkig op een hoop turfmot, er mankeerde haar niks. We speelden op de helling, een in onbruik geraakte scheepswerf. Op de Kortestreek speelde ik met een buurmeisje Jannie Kleinsma, en heel wat schoolvriendjes. Ik zat op een kleuterschool, maar ik herinner me alleen nog een lieve jufrouw, jufrouw Elske. Mijn ouders waren Ned. Hervomd, vooral mem was nogal erg christelijk, dus ik ging naar christelijke lagere, een school waar ik niet zulke goeie herinneringen aan heb, je leerde goed rekenen en taal, maar de onderwijzers, meesters, waren met hun lijfstraffen soms echte rotzakken.  
Ik was 10 jaar toen de oorlog uitbrak en 11 jaar toen de Duitsers ons land bezetten. We hadden in Lemmer niet veel last van de bezetting, de mannen die naar Duitsland moesten doken vaak onder bij de boeren in de omgeving. Heit had een Ausweis omdat hij een taak bij de luchtbescherming had. In Lemmer woonde al jaren een Joods gezin, een broer en zuster op jaren,, die weigerden om onder te duiken, en hebben dus de bevrijding niet meegemaakt. Over het z.g. bombardement van Lemmer heb eerder geschreven, 20 september j.l.
De bevrijding van Lemmer door de Canadezen op 17 april 2045 was een hoogtepunt uit mijn jeugd, en zal ik nooit vergeten. Morgen, zondag  dus zal ik hier iets meer over schrijven en nog wat andere herinneringen uit ons mooie dorp Lemmer.

donderdag 15 maart 2012

DRIE LIEFDES


Beste lezers van mijn weblog: "Laat ik het zo zeggen"

Ik had me voorgenomen om vanaf vandaag een drietal artikeltjes te schrijven over mijn 'drie liefdes' te weten mijn liefde voor mijn geboortedorp Lemmer in de Zuid-Westhoek van Friesland.
Dan mijn liefde voor Amsterdam waar ik een stuk van mijn jeugd heb doorgebracht.
Een tenslotte ben ik door mijn werk in Twente terecht gekomen tot op heden met Lenie mijn (meestal) lieve vrouw.
Morgen, vrijdag dus verschijnt de  eerste liefde, Lemmer.

maandag 12 maart 2012

RONDEAU


Een rondeau is een dertienregelig gedicht,  gebouwd op slechts twee rijmklanken.

De Ceder

Ik heb een ceder in mijn tuin geplant,
gij kunt hem zien, gij schijnt het niet te willen.
Een binnenplaats meesmuilt ge, sintels, schillen
en schimmel die een blinde muur aanrandt,
er is geen boom, alleen een grauwe wand.
Hij is er, zeg ik, en mijn stem gaat trillen,
ik heb een ceder in mijn tuin geplant;
gij kunt hem zien, gij schijnt het niet te willen.

Ik wijs naar buiten, waar zijn ranke, prille
stam in het herfstlicht staat, onaangerand,
niet te benaderen voor noodlots grillen.
Geen macht ter wereld kan het droombeeld drillen.
Ik heb een ceder in mijn tuin geplant.

Gedicht van Han G. Hoekstra, 1906-1988.

donderdag 8 maart 2012

DE BUURMAN


'Je vergelijkt homosexualiteit toch niet
met ziektes, hoop ik? Dat is nu juist
zo erg! Dat mensen zo praten! En jij bent
daar ook niet vies van! Dat heb je van je
moeder! Daar ben je mee opgevoed! Jij
doet er ook aan mee! En daarom staan
die mensen zo alleen! Omdat iedereen
zo praat als je moeder! Misschien dat er
maar vijf procent is dat ze niet discrimi-
neert. Dat is die afschuwelijke hetero-
mentaliteit. Daar heb jij ook een handje
van!'

Uit de nieuwe Voskuil "De buurman"
Een prachtig,irritant boek. Lezen !!
      (Momenteel in herdruk.)

dinsdag 6 maart 2012

WHISKEY ON THE ROCKS


Hij spint zich in met digitale tekens,
verbonden slechts met hier en nu.
De stromen stroom zijn afgesloten,
het brood wordt alleen voor hem gebroken.
Een mens die meer krijgt dan het zijne,
de stoorzenders zijn op scherp gesteld
en verminken de signalen
van hongerende kinderen uit
god mag weten welke verten.
Zijn leven is verbonden  met
whisky on the rocks
dat hier goedkoper is dan daar,
ondanks de accijnzen verzonnen
door inhalige ministers.
De codes in letters cijfers en tekens
zijn alleen te verstaan voor ingewijden.
De woorden - gestoord - bereiken niet
het koude hart.

zondag 4 maart 2012

ZONDAG


Ik sta voor het raam
en zie een lege straat.
De huizen aan de overkant
staan op sterven.
Ik lees opnieuw een boek
waarin misdaad traag wordt gestraft.
Ik eet brood van gisteren.
Het regent nu, het raam is beslagen,
met mijn hand veeg ik zicht.
De huizen aan de overkant,
nu ook met beslagen ramen.
Ik schat de straat twintig meter
onder mij (Amsterdam).
Ik zie mij liggen op het asfalt,
de wervels in elkaar geschoven.
Maar niemand zou het geloven,
deze zondag is te erg.

donderdag 1 maart 2012

OM OVER NA TE DENKEN


In de Groene Amsterdammer  van 23 februari 2012 schreef de Groenejournalist Frans Verhagen een uitgebreid artikel over De Partij van de Arbeid met als titel 'bescheidenheid is het trefwoord'. Uit dit artikel neem ik een aantal aansprekende gedachten over om over na te denken.

* Na het aftreden van Job Cohen moet de PvdA niet alleen op zoek naar een nieuwe leider, maar ook naar een nieuwe ideologie.  Een bescheiden maar effectieve overheid, voortbouwend op het succes van de verzorgingsstaat.
Denk ook aan de multiculturele samenleving die Nederland zo succesvol belichaamt. De enorme sprong die de tweede generatie allochtonen maakt ten opzicht van haar ouders geboekstaafd door het CBS en het SCP en zichtbaar voor iedereen die het wil zien.

* Net als alle andere Nederlanders profiteert de tweede generatie allochtonen van onze samenleving. We hebben goedkoop en gemakkelijk toegankelijk onderwijs, zij het met bedreigde kwaliteit. We hebben goede woningen en voorzieningen, uitstekende en  toegankelijk medische zorg.  De resultaten die immigrantenkinderen boeken zouden de borst moeten doen zwellen van elke sociaal democraat, trouwens ook die van een christen-democraat, want beide stromingen putten uit de zelfde bron van inclusief denken over de samenleving.

* De PvdA zou er goed aan doen om vanuit de trots op dat bouwwerk renovaties en aanpassingen uit te voeren. Het meehuilen met populisten van links of van rechts is niet alleen immoreel, maar ook ineffectief. Het ondermijnt je eigen morele kracht en je wint het nooit van de werkelijk onverantwoordelijke roeptoeters.

* Cruciaal is dat de PvdA een partij moet zijn met een visie op de gehele samenleving en niet een organisatie die de belangen behartigt van doelgroepen. Dus niet verder zeuren over de verloren arbeiders, de weggelopen vrijzinnige kosmopolieten, de milieuactivisten en nog zowat hokjesbevolkers. Ook het eigen hok van bestuurders en  wouldbe-bestuurders moet flink schoongespoeld worden. Populisme kwam- en komt uit onbehagen en scepsis tegenover de elite, het establishment, de gevestigde partijen en de vertegenwoordigende democratie.
Bescheidenheid past de sociaal-democratie omdat ze zelf aanleiding heeft gegeven  tot die reactie.

* DE PVV en de SP zijn nu eenmaal beter in de politiek van het theater. Maar theater zonder boodschap reikt niet eg ver,

Tot zo ver enkele gedachten uit de 'Groene Amsterdammer', eigenlijk bestemd voor bloglezers die de PvdA een warm hart toedragen.