zondag 14 oktober 2012

NESCIO PLEZIERTREIN


 Een van mijn geliefde schrijvers is Nescio, en het allermooiste korte verhaal dat hij geschreven heeft is "Pleziertrein", misschien is het wel het mooiste korte verhaal dat ooit in Nederland is geschreven. Hier komt het.

                                                      Pleziertrein
Ik heb nog een oude herinnering.
Donderdag 30 juli 1896. Kijkt  u maar na in een oude almanak en u zult zien dat het klopt. Bestaan er nog almanakken? En winkels: tabak, snuif, en sigaren?
Donderdag 13 Juli 1896. Ik zie nog de blauwe aanplakbiljetten. Goedkoope trein naar Nijmegen, 2e en 3e  klas f 1, -heen en weer. En ik voel  weer heel even de oude verwachting van toen, toen die dag nog komen moest. Het geluid van de houtduif. Een weg in een vreemd land, hooge boomen alom. Het moet bij Berg en Dal zijn geweest. En het koeren van de hout- duif. En de vreemde ontroering.
Dat is alles.
De rest is zakelijkheid. De menschen van de pleziertrein, die je overal weer tegenkwam. De Duivelsberg. En even weer een vreemde ontroering: die ruimte en dat licht. Alles was vreemd. Een opgetogen meisje, volwassen. Ze kan nog leven, ik leef ook nog. Een duidelijke stem: 
"Zooiets zie je bij ons op de Jodenbreestraat toch niet." Een steil pad naar beneden, te steil, m'n vader komt zittende terecht, halverhoogte.
En tegen den avond, de weg naar 't station, al die groepjes menschen: de  pleziertrein. Een man die op de rand van het trottoir staat en z'n hoofd beweegt en dan kotst .De pleziertrein.
In de nacht staan we stil op de rails, Het raampje is open, wij hooren 't gelal uit de ander wagens. Een man zit bij het portier. Waar zijn we? Hij wipt op om z''n kop uit het raampje te steken en praat naar binnen: "Maasbergen!" klap op z'n derriére. "Waarom berg je 'm dan niet op?" Pleziertrein. Maar 't zachte koeren van die duif in de eeuwigheid. Dat steeds weer herleeft als ik een duif hoor koeren en soms alleen al als ik hoogopgaand weelderig geboomte zie.
Nijmegen, m'n vader, dat stuk weg die boomen daar en de duif die koerde. En de weemoed.
Lang nadat die dag niet meer komen moest, hingen hier en daar nog de blauwe biljetten.
Donderdag 30 juli 30 Juli 1896. Goedkope trein naar Arnhem en Nijmegen. De zoet pijnlijke en onbegrepen weemoed dat 't voorbij was en dat Donderdag de 30e juli 1896 nooit meer komen zou.
Dat is alles.
Een vreemd gevoel van onvergankelijkheid.

1 opmerking:

  1. Zoals ik al eens aan je schreef: echt goede schrijvers hebben geen 500 bladzijden nodig om een mooi verhaal neer te zetten, sommigen kunnen dat in 200 bladzijden en sommigen kunnen dat in hooguit 2 blz. Nescio is zo iemand. Prachtig verhaal.

    BeantwoordenVerwijderen