'Is dat die meneer die van de trap is gevallen en bijna dood
ging?'
'Ja Dennis, maar meneer Hensen is gelukkig weer helemaal
beter geworden.'
Toen ze de Herenstraat inliepen zagen ze dat meneer Hensen
als vanouds de bakken met citroenen en sinaasappels al weer buiten had gezet.
Meneer Hensen vond dat het voor de tijd van het jaar vrij
koud buiten was.
Dennis kreeg een mandarijntje van meneer Hensen.
'Hoe gaat het met uw zoon Paul?' vroeg Evelien.'
'O, veel beter' zei meneer Hensen.' Hij heeft een leuk
meisje en een goeie baan. Hij is na mijn ongeluk erg veranderd.'
'Gelukkig maar' zei Evelien.
Toen ze langs de gracht naar huis liepen regende het.
'De regen maakt kringetjes in het water' zei Dennis.
Terzijde:Ik meen dat dit het vierde korte verhaal is dat ik op mijn weblog plaatste. Merkwaardig is dat ze alle vier in Amsterdam spelen. Toch heb ik ze niet geschreven in mijn Amsterdamse tijd, maar vaak jaren daarna, en wel in eind tachtiger jaren tot begin 2000. Ik denk dat het komt omdat ik fijne herinneringen heb aan mijn Amsterdamse tijd ( tien jaar). En misschien omdat ik Amsterdam de mooiste stad van Nederland vind, en misschien zelfs van Europa.