zondag 28 oktober 2012

EVELIEN EN KEN - Slot -

'Kom Dennis, we gaan even naar meneer Hensen om  wat fruit te kopen.'

'Is dat die meneer die van de trap is gevallen en bijna dood ging?'
'Ja Dennis, maar meneer Hensen is gelukkig weer helemaal beter geworden.'
Toen ze de Herenstraat inliepen zagen ze dat meneer Hensen als vanouds de bakken met citroenen en sinaasappels al weer buiten had gezet.
Meneer Hensen vond dat het voor de tijd van het jaar vrij koud buiten was.
Dennis kreeg een mandarijntje van meneer Hensen.
'Hoe gaat het met uw zoon Paul?' vroeg  Evelien.'
'O, veel beter' zei meneer Hensen.' Hij heeft een leuk meisje en een goeie baan. Hij is na mijn ongeluk erg veranderd.'
'Gelukkig maar' zei Evelien.
Toen ze langs de gracht naar huis liepen regende het.
'De regen maakt kringetjes in het water' zei Dennis.

Terzijde:
Ik meen dat dit het vierde korte verhaal is dat ik op mijn weblog plaatste. Merkwaardig is dat ze alle vier in Amsterdam spelen. Toch heb ik  ze niet geschreven in mijn Amsterdamse tijd, maar vaak jaren daarna, en wel in eind tachtiger jaren tot begin 2000. Ik denk dat het komt omdat ik fijne herinneringen heb aan mijn Amsterdamse tijd ( tien jaar). En misschien omdat ik Amsterdam de mooiste stad van Nederland vind, en misschien zelfs van Europa. 

zaterdag 27 oktober 2012

EVELIEN EN KEN 3


VERVOLG

  'Weet je mamma, weet je,' babbelde Dennis, 'de juf zegt dat we morgen gaan rekenen, sommetjes maken, maar ik kan toch al rekenen?' Heeft Daddy me toch geleerd?'
  'Je kunt een klein beetje rekenen Dennis, sommetje maken, kleine sommetjes.'
  'Later reken ik net zo goed als Daddy, en als hij wat meer tijd had, had ik het nu al beter
  gekend.'
   'Gekund,' zei Evelien. Hij huppelde naast Evelien langs de gracht, in z'n knuistjes een prachtige wasco tekening, die hij op school had gemaakt.
Het was waar, Ken had niet veel tijd voor zijn gezin. Vak kwam hij laat thuis met een tas vol werk. Na het eten sloot hij zich op in zijn studeerkamer of vertrok naar de tennisbaan.
Evelien had ook haar werk: veel lezen om bij te blijven op haar vakgebied, artikelen schrijven, tentoonstellingen en galerieën te  bezoeken en zo meer. Ze had vrienden, veel vrienden uit het kunstwereldje.
 'Dave is vanmiddag nog geweest,'
 'Leuk, wanneer komt Paul?'
 'Ik weet het niet,'zei Evelien, 'ik zal hem wel eens bellen
Paul, de zoon van Ken woonde in de Beethovenstraat op een kamer. Zo nu en dan kwam hij aanwippen, bleef wel eens eten en soms ook slapen. Een paar keer aten ze met z'n vieren, Dennis mee, bij Dikker en Thijs. Dennis mocht Paul graag. Paul liet hem flipperen in een  speelhal en bedacht leuke spelletjes.
Op de Keizersgracht stond een lange rij auto's te wachten achter een vrachtauto die gelost werd. Het was fijn wonen op de Keizersgracht, maar al  die auto's...
'Mercedes...Fiat...Kadett...Golf...Renault... Volkwagen,' Dennis raakte de auto's in de file even aan en noemde het merk. Evelien keek haar bijdehands zoontje  trots aan.

slot volgt

dinsdag 23 oktober 2012

Evelien en Ken 2


VERVOLG  

Twee jaar na dit ongeval ontmoetten Evelien en Ken elkaar in Londen op een feestje van vrienden. Ken werkte toen nog als accountant bij de Londense vestiging van Barnes, Collins Baker & Co, waar zijn vader de grote man was. Na hun trouwen hadden ze een jaar in Londen gewoond, daarna was Ken  juniorpartner in Amsterdam geworden. Ken had daarom verzocht, ten eerste omdat Evelien graag in Amsterdam wilde wonen, waar ze geboren was en waar haar familie woonde, en ten tweede omdat Ken na alle emoties bij de dood van Ellen, ergens opnieuw wilde beginnen. En misschien ook om eens te werken waar hij niet in eerst plaats de zoon van Baker senior was. Ze vonden op de Keizersgracht een niet te groot herenhuis en woonden er riant. Evelien genoot van Amsterdam waar ze veel vrienden had, en vond werk bij de bladen die ze van vroeger kende. Een jaar later was Dennis geboren, die nu bijna vijf jaar was.

  ´Waarom vraag je dat, Dave­­­ ?
  ´Och, als Ken in bed ook altijd zo stijlvol en correct is, zal je dat toch gaan irriteren.´
Dave kon zich dit soort grofheden veroorloven Hij werkte als fotograaf bij een van de bladen, ze kenden elkaar al zolang en op de redacties ging het heel wat informeler toe dan op het kantoor van Barnes, Collins, Baker. Hij woonde samen met z´n vriend Joost, maar Evelien was voor hem een vriendin met wie hij tussen het werk graag een borrel dronk. Ze konden hun verhalen aan elkaar kwijt.
  'Natuurlijk, je ziet het voor je? Een  ritueel met handdoeken en zo, en uitgebreid douchen natuurlijk.' 'Nee, Ken is geen man die uitgeput en bezweet meteen als een blok gaat slapen.'
'Weet je, Ken en ik zijn opgegroeid in heel verschillende gezinnen, Ken was enigst kind en ik had broers en zusters, dat is een merkbaar verschil in onze relatie.'
Evelien keek op haar horloge. 'Je moet weg jochie, ik moet Dennis  uit school halen. Doe je Joost de groetjes?' Dave vertrok met veel rumoer. 'Groetjes aan Ken' riep hij.
Evelien haastte zich naar de kleuterschool op de Prinsengracht.

Wordt vervolgd

donderdag 18 oktober 2012

EEN NIEUW KORT VERHAAL


Evelien en Ken

 'Je weet hoe Ken is, altijd correct gekleed en dure accessoires, daarbij gouden manchetknopen, gouden aansteker en after shaves van minstens een meier, meneer.'
   Evelien lag gemakkelijk op de bank en Dave een jeugdvriend  zat met opgetrokken knieën op de grond. leunend tegen een fauteuil. Hij hield zijn glas met whiskycola met beide handen vast en luisterde naar Evelien, die over haar man praatte.
   'En altijd die Engelse stoffen, een kostuum deugt alleen als er "Hedges" op  het label staat.
Spijkerbroeken en wegwerpaanstekers zijn voor hem hetzelfde als voor jou een stam Gitano's in de Karpaten< misschien wel eens van gehoord, maar onbelangrijk.'
   'Ken is een Engelsman', zei Dave, 'en bovendien accountant, wat wil je dan?'
   Ja' maar als je 42 bent hoef je nog niet te doen of je 62 ben, hij is toch jong genoeg om eens wat nonchalant te zijn. Hij hoeft heus niet het morsige van de jongens bij ons te hebben, maar ik wordt soms niet goed van dat eeuwige correcte. Ik noem het wel eens zijn Engelse ziekte, maar het is wel en lieverd hoor, ik denk dat hij zich echt ongelukkig zou voelen in jeans met half versleten basketbalschoenen.
   'Hou je nog steeds van Ken?'vroeg Dave. Evelien dronk behoedzaam haar longdrink voor ze antwoordde. 'Hou je nog van Ken?' herhaalde ze. 'Ik denk het wel .......ik denk het wel....'Ze praatte tegen het glas, en toen ze zweeg was het net of er toch nog iets was. Evelien had kunstgeschiedenis gestudeerd en was free-lance medewerkster van een paar dag- en weekbladen. Ze was 24 jaar toen ze zes jaar geleden met Ken Baker trouwde. Ken was toen 36 en weduwnaar. Hij had een zoon, Paul, van twaalf. Ken's eerste vrouw, Ellen was bij een auto ongeluk om het leven gekomen. In de familie Baker werd over dit ongeluk gezwegen. Ook Ken praatte er niet graag over.  Het ongeluk scheen gebeurd te zijn toen Ellen, die binnenhuisarchitect was, een congres zou bezoeken in Plymouth. Tijdens dit congres kwam ze op een avond om het leven in een auto van een collega.  Ook de collega was dood. Vast stond dat ze het congres niet had bezocht.

Wordt vervolgd

dinsdag 16 oktober 2012

EEN VREEMDE DAG.

We zijn een hechte familie, we vieren elkaars verjaardag.
Deze dag, 16 oktober is een vreemde, bijzondere dag.
Enerzijds vieren we de verjaardag van onze gewaardeerde
schoonzoon Cl.,  man van onze dochter Ka., anderzijds
herdenken we de verjaardag van onze lieve, veel te vroeg overleden,
kleinzoon Sjoerd. Hij zou vandaag 17 jaar zijn geworden.
We brachten met zijn ouders een bezoek aan zijn grafmonumentje.
We  hebben prachtige herinneringen  aan Sjoerd,
maar er is vreugde en verdriet, zo zit deze wereld kennelijk in elkaar. 

Sjoerd
16-10-1995 - 24-2-2010

zondag 14 oktober 2012

NESCIO PLEZIERTREIN


 Een van mijn geliefde schrijvers is Nescio, en het allermooiste korte verhaal dat hij geschreven heeft is "Pleziertrein", misschien is het wel het mooiste korte verhaal dat ooit in Nederland is geschreven. Hier komt het.

                                                      Pleziertrein
Ik heb nog een oude herinnering.
Donderdag 30 juli 1896. Kijkt  u maar na in een oude almanak en u zult zien dat het klopt. Bestaan er nog almanakken? En winkels: tabak, snuif, en sigaren?
Donderdag 13 Juli 1896. Ik zie nog de blauwe aanplakbiljetten. Goedkoope trein naar Nijmegen, 2e en 3e  klas f 1, -heen en weer. En ik voel  weer heel even de oude verwachting van toen, toen die dag nog komen moest. Het geluid van de houtduif. Een weg in een vreemd land, hooge boomen alom. Het moet bij Berg en Dal zijn geweest. En het koeren van de hout- duif. En de vreemde ontroering.
Dat is alles.
De rest is zakelijkheid. De menschen van de pleziertrein, die je overal weer tegenkwam. De Duivelsberg. En even weer een vreemde ontroering: die ruimte en dat licht. Alles was vreemd. Een opgetogen meisje, volwassen. Ze kan nog leven, ik leef ook nog. Een duidelijke stem: 
"Zooiets zie je bij ons op de Jodenbreestraat toch niet." Een steil pad naar beneden, te steil, m'n vader komt zittende terecht, halverhoogte.
En tegen den avond, de weg naar 't station, al die groepjes menschen: de  pleziertrein. Een man die op de rand van het trottoir staat en z'n hoofd beweegt en dan kotst .De pleziertrein.
In de nacht staan we stil op de rails, Het raampje is open, wij hooren 't gelal uit de ander wagens. Een man zit bij het portier. Waar zijn we? Hij wipt op om z''n kop uit het raampje te steken en praat naar binnen: "Maasbergen!" klap op z'n derriére. "Waarom berg je 'm dan niet op?" Pleziertrein. Maar 't zachte koeren van die duif in de eeuwigheid. Dat steeds weer herleeft als ik een duif hoor koeren en soms alleen al als ik hoogopgaand weelderig geboomte zie.
Nijmegen, m'n vader, dat stuk weg die boomen daar en de duif die koerde. En de weemoed.
Lang nadat die dag niet meer komen moest, hingen hier en daar nog de blauwe biljetten.
Donderdag 30 juli 30 Juli 1896. Goedkope trein naar Arnhem en Nijmegen. De zoet pijnlijke en onbegrepen weemoed dat 't voorbij was en dat Donderdag de 30e juli 1896 nooit meer komen zou.
Dat is alles.
Een vreemd gevoel van onvergankelijkheid.

donderdag 11 oktober 2012

PERCEPTIE EN REALITEIT.


Een onderwerp waar ik enkele weken een perfecte lezing over heb gehoord en waar ik inmiddels ook heel wat over heb gelezen. Het is geen onderwerp waar je wakker van ligt maar ik vind het boeiend genoeg om even op in te gaan.
Kort samengevat is perceptie het proces van zintuiglijke waarneming, dat wil zeggen waarneming van  prikkels middels onze zintuigen waarbij wij spreken van zien, horen ,voelen, proeven of ruiken. Kortom dingen, zaken, en ook mensen beoordelen wij met onze hersenen en onze zintuigen, maar wat de mens in werkelijkheid meent te kennen, is volledig afhankelijk van zijn waarnemingen en hoe hij deze waarneming interpreteert.
In vroeger tijden dacht de wetenschap en filosofie dat onze waarneming en kennis daaruit in overeenstemming was met de werkelijkheid. De filosoof Immanuel Kant heeft echer  onderscheid gemaakt tussen de wereld als 'Ding an sich' en de kennis die wij hebben uit onze waarnemingen. Kant stelde dat wat wij aanschouwen in ruimte en tijd  geen eigenschappen zijn van de 'wereld op zich'. Het ding an sich kan dus nooit aan ons verschijnen zoals het werkelijk is.
Einstein schreef ooit:
   " Het geloof in een externe wereld onafhankelijk van het waarnemend subject, is de basis van alle natuurwetenschap. Ons notie van fysieke realiteit kan nooit finaal zijn."

dinsdag 9 oktober 2012

EVEN OPLETTEN


Ik vind het heel leuk om geregeld een stukje op mijn weblog te schrijven, maar door mijn leeftijd en mijn vele hobby's, o.a. lezen, schrijven, schaken verenigingswerk, sociale contacten etc.
ben ik wat eerder moe, en vermoeidheid komt de inspiratie niet ten goede.
Ik stel het volgende voor:  Ik schrijf  in het weekend, zaterdags of zondags in ieder geval één en zo mogelijk twee stukjes, en tevens een stukje op dinsdag en donderdag, dus in totaal drie zo mogelijk vier stukjes per week.
Laat ik het zo zeggen, ik blijf bij het uitgangspunt vanaf het begin , het goede en het schone met u te delen.