Afgelopen dinsdag waren we een dagje op bezoek bij onze
zwager Co in Drachten.
Co is evenals ik een tachtiger, hij is ernstig ziek geweest
maar is er weer aardig bovenop gekomen. Met een rollator redt hij zich weer
aardig. Co is een lezer, veel boeken in huis en tijdschriften. Ik las bij hem
het tijdschrift "Maarten" uitgegeven door- en onder redactie van
Maarten van Rossem. Een tijdschrift boordevol politiek leesgenot waarvan ik
enkele stukjes u niet wil onthouden.
* In de jaren 60 van de vorige eeuw, zo rond de oprichting
van D66, bestond er een clubje vrienden die geregeld bij elkaar kwamen: onder andere Jan
Wolkers, Henk van Dorp en anderen.
D66 was net opgericht en Van Dorp zei tegen Jan Wolkers:
"Ze zeggen dat van Mierlo de Nederlandse Kennedy is." Waarop Jan
zei: " Nou, dan moeten we ook eens
uitkijken naar de Nederlandse Lee Harvey Oswald.
Het verhaal gaat dat Hans van Mierlo zijn hele leven last
heeft gehad van deze kwalijke opmerking.
* Maarten schrijft: Wat wil je nou zelf, Mark? Waar moet het heen, met jou en met het land?
Hoe komen we daar?
Jij bent toch de minister-president? Je wilde toch zo graag? Doe eens wat man, laat eens zien dat je
kloten hebt. Wat vind je nou zelf, Mark Je vindt toch wel iets, je laat je
buikje toch niet naar de wind hangen?
De kracht moet uit de regering komen, zei Pechthold. Daar
heeft hij zo maar gelijk in, Mark.
en anders einde tijdperkje.
* "Hebben we
eigenlijk
wat aan
die koning?'
Maarten